
Gent, eerste lentedag. Waar kan je die beter doorbrengen dan in de Plantentuin van het GUM dacht Paul Teerlinck. En daar horen uiteraard weer knappe foto's bij. Deze keer met enkele machtige macrofotografie beelden als extra. Vroeger hoorden daar ook prachtige gedichten van Guido Gezelle bij, we zochten en konden niet kiezen tussen twee. Twee keer lentegroen van Guido Gezelle dus als toemaatje; kies zelf wat jou het meeste aanspreekt. Ze roepen ongetwijdeld herinneringen op bij onze senioren!

LENTEGROEN
't Is lentegroen genoeg,
voor honderdduizend oogen;
cilaas, 'k en hebbe er ik,
o grondig groene zee, maar twee:
wie kander moedeloos,
den dwang mij doen gedoogen
van 't geen mij tegenhoudt
nen tocht in al dat groen
te doen?
Gij vlerkendragend volk,
gij allerhand gezwinde
doorvliegers van de lucht,
de lieve lente lacht zoo zacht;
en gij, gij vliegt haar in
't gemoet, bij lork en linde,
in 't nieuwgeboren gers,
in 't onkruid en in 't riet:
ik niet!
Gij bietjes ongeteld,
gij tienmaalhonderdduizend
in 't rood, in 't geel, in 't blauw gepinte pepels, haait
en draait
en drentelt, op en neêr,
eer 't zonnelicht, verhuizend
van hier, u, 't lieve groen,
en mij, de moede nacht ontkracht !
o Grondig groene zee,
'k ben visschende op de baren
van uwe oneindigheid
van groen, en mijn gewin
daarin
verheugt mijn arem herte :
om 't gene ik late varen,
om 't gene ik vangen kan,
en...... God gebenedijd mij zijt!
27/4/'95. Bron: https://nl.wikisource.org/wiki/Gezelle/Lentegroen_(Rijmsnoer_om_en_om_het_jaar)
© foto's Paul Teerlinck

Lentegroen
Hoe lief is, op het donker blauw
der zwanger gaande wolken,
die donderduwen dreigen dra,
het lieve lentegroen,
daar schielijk, uit de zuiderlucht,
de middendaagsche dolken
der zonne ‘t lustig meievier
een deuntje op dansen doen!
‘t Is groen, dat diepe in ‘t blauwe bijt,
zoo hel en zoo doorschijnend,
of schier het uit den regenboog
geboren ware; en blauw,
dat dieper nog als hemelsch blauw
des avonds is, verdwijnend
in ‘t zwanger gaande duister van
de wolken, gram en grauw.
De zonne loopt daar smijten in
heur middendaagsche dolken,
die speiten zoo geweldig op
het lieve lentegroen,
dat ‘t pinkelt en dat ‘t pierelt op
de blauwheid van de wolken,
die, zwanger gaande, dreigen dra
nen donderduw te doen.
Aan Eug. De Lepeleer,
4/5 '98. Bron: https://nl.wikisource.org/wiki/Pagina:Gezelle,_Laatste_verzen_(1901).pdf/117

Paul Teerlinck
Paul was enkele jaren advocaat aan de Gentse balie en ging nadien aan de slag bij de stad Gent, waar hij gedurende 16 jaar het ambt van stadssecretaris bekleedde.
Paul is bestuurder in tal van verenigingen en vennootschappen, de meeste daarvan met een sociale missie, waaronder Solidaris en het Woonzorgcentrum Domino.
De jongste jaren is er wat meer tijd voor het beoefenen van zijn passie, de fotografie.
Bij ‘Mag het wat luider’ zullen geregeld foto’s van Paul te zien zijn, en wie weet, ook af en toe een column.