
“Maya? Wie is dàt?”, hoorde ik een bewoner vragen. Ik had net daarvoor uitgelegd waarom het zo een feestelijk koffiemoment was die dag. “Maya heeft promotie gekregen”, had ik gezegd. “Ze blijft bij ons in huis werken, maar zal vanaf mei coach worden van afdeling De Caeije, dat is het tweede verdiep”.
Om dit te vieren en om alle bewoners en collega’s van onze beschermde leefgroep te bedanken, had Maya gezorgd voor een mooi assortiment taart en gebak, waarbij ze (hoe attent van haar) aan alle voorkeuren, allergieën en diëten van bewoners en collega’s had gedacht.
Benny begon te huilen en nam zijn zakdoek. De tranen rolden uit z’n ogen. Hij begreep niet goed wat er werd gezegd maar voelde een sfeer van afscheid en had dus wat ‘vertaling’ nodig. “Maya wordt eigenlijk een beetje ‘baas’ op een andere verdieping, maar je gaat haar vast en zeker nog zien”, had ik hem gerustgesteld, waarop Maya haar arm rond zijn schouder legde en hem verzekerde dat ze met haar hond Jules zeker nog zou langskomen. Benny’s tranen verdwenen en ik moest een foto nemen van hem met Maya. “Dat is voor in mijnen boek”, verduidelijkte hij en hij lachte weer.
In ons woonzorgcentrum is Benny een alomgekende en graaggeziene gast. Al vanaf hij bij ons is komen wonen, is iedere activiteit, iedere gebeurtenis op foto vastgelegd. Begrip, woorden en taal, dat ligt bij Benny ietwat moeilijker. Maar met zijn fotoboeken kan hij zonder al te veel verstandelijke inspanning aan iedereen die dat wil, laten zien hoe zijn leven bij ons eruitziet. Er zijn maar twee onuitgesproken regels die gelden voor zijn foto’s; hij moet er zelf opstaan en de foto’s moeten zo groot mogelijk worden afgedrukt. Aan de andere kant van de living liet Greta zich luidruchtig horen. Het aankomende vertrek van Maya maakte haar duidelijk boos. Ze begon te roepen en hevig te gesticuleren ‘dat ze naar den bureau van de directie ging gaan want dat dit echt niet kon en mocht!’. François was vooral gefocust op de taart en of er nog wel over zou zijn wanneer zijn sigaar opgerookt ging zijn en Marcella draaide vrolijk met haar handen, ze was duidelijk in feestmodus. Ik zag een collega een traan wegpinken, een andere collega viel in Maya’s armen.
Juliette was vooral onder de indruk van de schoonheid van Maya. “Kijk eens wat een mooie, sterke vrouw”, zei ze net iets te luid. “Ssssssst, zijt nu eens stil”, berispte haar overbuur haar met een kwade blik. “Hoe mooi is dit toch”, dacht ik bij mezelf. Ik voelde alleen maar liefde. De hartverwarmende puurheid en oprechtheid van iedere bewoner plooide zich als een fleecedeken rond mijn hart. ‘Wat je voelt, is altijd juist’, had ik verkondigd tijdens de vorming behoeftengebaseerd zorgen. Hoe je dient te reageren op een situatie, op nieuws, dat kan niemand voor jou bepalen. Je reageert vanuit jouw eigen context en dat is altijd juist. Of het steeds gepast is daar gaat het nu even niet om, maar juist is het zeker.
Voelde ik vooral liefde? Ja, maar ik voelde ook wat verdriet, angst, gezonde jaloezie, verwarring, trots en energie. Ieder gevoel is waardevol, bedacht ik, en ik omarmde ze allemaal.